Choibalsan
Choibalsan is de hoofdstad en de belangrijkste stad van de provincie Dornod. Het ligt op de noordelijke oever van de rivier Kherlen, 650 km ten oosten van de hoofdstad Ulaanbaatar. Gedurende de Sovjet periode waren er grote aantallen militair personeel, ondersteunende staf en hun families gestationeerd. Aan het eind van de jaren 80 maakten naar schatting meer dan 100.000 Sovjets gebruik van de stad voor hun dagelijkse zaken en droegen zo aanzienlijk bij aan de ontwikkeling van Choibalsan als een belangrijk handelscentrum in het oosten van Mongolië.
In totaal woonden er meer dan 300.000 mensen. Maar in 1990 werd de totale aanwezigheid van de Sovjets teruggetrokken volgens een plan dat tevoren was opgesteld en met militaire precisie werd uitgevoerd. Zelfs tot op het moment van verdwijnen wisten de lokale Mongoolse buren niets van die plannen. Het schijnt dat de operatie binnen een paar uur werd voltooid.
.
.
DE HUIDIGE STAD
Het wegvallen van economische steun en financiële bijdragen resulteerde in een totale ineenstorting van de economie van Mongolië. De belangrijkste elektriciteitscentrale van Choibalsan werkte niet meer. De bevolking plunderde de voormalige Sovjethuizen om aan brandstof te komen in een wanhopige poging om in leven te blijven. De afwezigheid van bomen, de lege fabrieken en de uitgewoonde stad zijn getuigen van moeilijke tijden.
De buitenwijken van de stad bieden wellicht het beste beeld van de gevolgen van het vertrek van de Sovjets en het ineenstorten van een rijk. De enige die in het voormalige Russische, westelijke, deel van de stad over is gebleven is een triomfantelijke Lenin die trots uitkijkt over het puin. Zoals eeuwen voor hem Chingis Khan, wiens beeld ook overal opduikt, is de symboliek hard maar duidelijk.
De helft van de bevolking van Choibalsan woont in Russische appartementsgebouwen. Zij zijn gebouwd in de typische Sovjetstijl, allemaal vijf verdiepingen hoog en allemaal lelijk. De andere helft woont in de zogenaamde ger-wijken, waar ook het oude Anna Home stond.
Deze wijken bestaan uit een gecompliceerd netwerk van hashaa’s, te hard rijdende auto’s waarvan de chauffeurs geen respect voor menselijk leven hebben en een ras van moorddadige honden. Er is wel elektriciteit, maar geen waterleiding of riolering. De armoede is er groot.
Een hashaa is een stukje grond met een hek eromheen, gewoonlijk in de buitenwijken van de steden. De omheining biedt veiligheid en een zekere privacy voor de huizen of gers die daar binnen staan. Een ger is een ronde tent van vilt, de traditionele woonvorm in Mongolië. Ze zijn warm en droog, maar zien er vaak vervallen uit. Hashaa’s ziet men veel in dit land. Ze zijn een traditionele manier om de buitenwijken van een stad en dorpen op het platteland te plannen en te organiseren.
De stad heeft relatief weinig gemotoriseerd verkeer. De auto’s die er rijden zijn merendeels oud. De meeste mensen lopen, sommigen gaan te paard of rijden met paard en wagen. Soms ziet men een kameel een kar door de stad trekken. In en rond de stad zijn wat verharde wegen in wisselende staat van onderhoud. Zij zijn echter heilig vergeleken met het moorddadige netwerk van golvende sporen met grote gaten erin die het wegennet vormen op honderden vierkante kilometers rondom de stad. Sinds een paar jaar is er een verharde weg van Choibalsan naar Ulaanbaatar.
WERKGELEGENHEID
Er wonen nu ongeveer 45.000 mensen in Choibalsan. De werkloosheid is hoog, terwijl veel meer vrouwen dan mannen werken en geld verdienen, zowel in reguliere banen als in het informele circuit. Vrouwen lijken de verantwoordelijkheid voor hun gezinnen volledig op zich genomen te hebben. Zij lijken ijveriger en vindingrijker en ernaar te verlangen de beperkingen die armoede en hun mannen hun opleggen te ontvluchten.
De werkloosheid onder mannen is erg hoog (rond 60%). Hoewel ook andere culturele factoren een rol spelen, kunnen het op grote schaal voorkomende alcoholisme en het daarmee gepaard gaande huiselijk geweld, die treurig genoeg maar al te duidelijk in Choibalsan aanwezig zijn, tot op zekere hoogte daaraan worden toegeschreven. Veel mensen uit de landelijke gebieden vertrekken naar Ulaanbaatar in de hoop op een beter leven.
Volgens officiële en minder officiële berichten van de regering en van mijnbouwbedrijven is de provincie rijk aan mineralen, zoals uranium en olie. Chinese, Amerikaanse en Canadese bedrijven onderzoeken op dit moment de mogelijkheden voor exploitatie. De hoop op een economische ommekeer en wellicht op een beter leven komt nu dus uit de grond en daar is veel van in Dornod.